Lukas 10 in de Statenvertaling
In dit hoofdstuk hebben wij
I. De ruime opdracht van Christus aan de zeventig discipelen om het Evangelie te prediken, en het te bevestigen door wonderen, en de volledige instructies, die Hij hun gaf hoe zich te gedragen bij de volvoering van hun opdracht, en grote bemoedigingen hieromtrent, vers 1-16.
II. Het rapport der zeventig discipelen aan hun Meester be- treffende den uitslag hunner handelingen, en Zijne rede hierover, vers 17-24.
III. Christus’ gesprek met een wetgeleerde betreffende den weg naar den hemel, en het onderricht, dat Hij hem gaf door ene gelijkenis, om iedereen als zijn naaste te beschouwen, aan wie hij vriendelijkheid kan bewijzen, of van wie hij vriendelijkheid kan ontvangen, vers 25- 37.
IV. Christus’ onthaal in het huis van Martha, de bestraffing, die Hij haar gaf wegens haar bezorgd zijn over wereldse zaken, en Zijn prijzen van Maria wegens hare zorg voor hare ziel, vers 33-42.